Duizend keuzes

Deel 7 Zelfbouwfeuilleton

“Ik zou helemaal verdwalen in alle beslissingen die ik zelf zou moeten nemen,” zei een collega architect toen ik vertelde dat ik mijn eigen huis ging bouwen. We fietsten terug van een project waar hij ons had rondgeleid. Ik had hem net gezegd dat ik zo onder de indruk was dat hij in dat veel grotere project aan ieder detail aandacht had besteed maar ineens kon ik me voorstellen dat perfectionisme je ook in de weg kan zitten. Helemaal nu ik een jaar en duizend keuzes verder ben. In eerdere delen had ik het al over technische keuzes en de parkeeroplossing maar er zijn nog veel meer afwegingen te maken. Moeten de vellingkanten van de beton recht of schuin? Is die dure trapleuning z’n geld wel waard? Krijg je zo’n geanodiseerd ventilatierooster wel in dezelfde kleur? Vurenhout klasse B of toch maar eiken? Een daklicht met ribben of uit één stuk? Wel of geen keukentje op de derde verdieping? Krijgen we een gecoate douchevloer waterdicht? Een bewegingsmelder voor het licht bij de entree of een schakelaar?

Al duurt het bouwproces een jaar, met drie vragen per dag red je het niet. Ik houd mezelf maar voor dat de keuze voor een hpl of een lakdeur toch vooral een eerste wereld probleem is en laat dan soms maar het lot beslissen. “Toeval is geen willekeur, het is dat wat je toevalt”, zei een professor tijdens mijn studie. Daar klamp ik me dan maar aan vast. Het klinkt een stuk beter dan “God zegen de greep.”

Ai, nu bedenk ik me dat ik nog geen binnendeurgrepen heb uitgekozen…

De houten buitenwanden worden getimmerd alsof het meubelwerk is. Het heerlijke van een klein project is dat er tijd en aandacht is voor vakmanschap.
De achtergevel in aanbouw
De achtergevel wind- en waterdicht
Vaktimmerwerk op het dak. Bijna jammer dat daar nog een dakrand overheen komt.