Deel 6 zelfbouwfeuilleton
Je hebt architecten die de auto als een lichtend voorbeeld zien van technisch vernuft en uitgekiend ontwerpen. Andere collega’s beschouwen de auto als een bron van overlast en ellende. Ik neig meer naar dat laatste. Op de eerder gebouwde eilanden van IJburg zie je hoe de moderne stedenbouw zucht en steunt onder druk van het autoverkeer. Van mij hadden de rijbanen op Haveneiland twee meter smaller gemogen, dan zou er automatisch minder hard worden gereden. Als de stedenbouwkundig ontwerpers vijftien jaar geleden hadden geweten dat ook in een buitenwijk als IJburg een stevige prijs voor het betaald parkeren zou worden gevraagd dan hadden ze misschien niet aan weerszijden van de straten parkeerplaatsen ingetekend, tenslotte zijn er voor de bewoners overal parkeergarages onder de woningen.
Op het nieuwe Centrumeiland wordt er heel anders omgesprongen met de auto. In de smalle woonstraten wordt een stapvoets rijdende auto gedoogd maar parkeren kun je er nauwelijks. Per 10 woningen is er 1 parkeerplaats voor bezoekers. Zo konden we lezen op 1 van de 500 pagina’s randvoorwaarden waar ik in “de papieren tijger”, een eerder deel van dit zelfbouwfeuilleton over schreef. Je eigen parkeerplaats moet je als zelfbouwer zelf oplossen. Voor ons huis hadden we daarvoor een garage aan de voorgevel moeten maken. Er zijn meerdere redenen waarom ik daar weinig trek in had. Op de eerste plaats is zo’n garagedeur een onsympathiek gebaar naar de straat. Op de tweede plaats is het de vraag of het de investering waard is. Auto’s zijn ruimtevreters. Een geparkeerde auto neemt 10 keer meer ruimte in dan een geparkeerde fiets en een rijdende auto heeft 30 tot 70 keer meer straat nodig dan fietsers of voetgangers. Als ruimtelijk ontwerper houd je die auto liever buiten de deur.
Voor een garage in ons huis hadden we ongeveer 20 vierkante meter van ons woonoppervlak op moeten offeren. Op IJburg kost 20 vierkante meter wonen 70.000 tot 90.000 euro. Dat is veel geld voor één parkeerplaats. We zochten dus een andere oplossing. Misschien dat we op den duur gaan autodelen of alles op de elektrische fiets doen maar ondanks mijn beroepsmatige aversie tegen die ronkende ruimteslurper kunnen wij ook nauwelijks zonder auto. Voor familiebezoek, werkafspraken buiten de stad, voetbalwedstrijden in de polder en grotere inkopen is zo’n rijdend koekblik verdomd handig.
Nu hebben we het geluk dat ons huidige huis op loopafstand van ons nieuwe huis staat. Onder ons huidige huis zit een parkeergarage waar we tien jaar geleden voor veel teveel geld een parkeerplaats in hebben gekocht. Die garage staat meestal half leeg. Overdag zijn veel auto’s weg en na al die jaren zijn nog steeds niet alle parkeerplaatsen verkocht. Wij houden onze oude parkeerplaats voorlopig maar aan. Straks is het een paar minuten lopen naar de garage. Dat is ook eigenlijk veel vriendelijker dan vanuit je huis de straat op rijden. Want te voet kom je nog eens iemand tegen, kun je een praatje maken met de buren. Ook dat gaat je in die verdomde auto niet lukken.

