Wat zou je doen wanneer op korte afstand van je huis giftige stoffen als benzeen, fenyletheen, 1-3 butadieen, n-hexaan, benzo(a)pyreen en dioxines worden uitgestoten? Waarschijnlijk niets, dit is namelijk wat vrijkomt bij het verbranden van hout of houtskool en wie klaagt over de open haard, de kachel of de barbecue van de buren wordt al snel gezien als een zeurpiet. Zelfs de minister president vond dat we “lekker kunnen blijven barbecueën omdat we niet moeten doorslaan met de klimaatmaatregelen”. Die uitspraak is inmiddels ingehaald door de werkelijkheid. Het gaat bij schade door houtrook niet alleen om het klimaat, het gaat voornamelijk om luchtkwaliteit.
De afgelopen jaren verschenen rapporten die duidelijk maken dat het stoken van hout veel gezondheidsschade geeft. Het planbureau voor de leefomgeving kwam al in 2020 met een rapportage waaruit blijkt dat bijna een kwart van de uitstoot van fijnstof in Nederland veroorzaakt wordt door houtkachels en open haarden. Barbecues en vuurkorven worden in dit onderzoek niet meegenomen evenmin als de uitstoot van “niet-woningen” als woonboten, volkstuintjes, vakantiehuizen en woonwagens.

Recentelijk kwam de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) met nieuwe advieswaarden voor de luchtkwaliteit in de woonomgeving. De WHO noemt luchtverontreiniging één van de voornaamste gezondheidsrisico’s. Nederland voldoet bij lange na niet aan de adviezen van de WHO. In tegenstelling tot obesitas, roken of alcoholgebruik heb je op luchtverontreiniging weinig eigen invloed. Mensen met een longziekte en kinderen zijn kwetsbaar voor de gevolgen van blootstelling aan luchtvervuiling. Astma is in Nederland de meest voorkomende chronische ziekte bij kinderen. De tijd dat ouders een sigaretje rookten bij de kinderen op de bank is gelukkig voorbij maar we willen er niet aan denken dat we door het stoken van hout in kachels, haarden en vuurkorven een belangrijke bijdrage leveren aan het feit dat 1,2 miljoen Nederlanders kampen met longziektes. Het moet wel gezellig blijven.
Houtstook voornaamste vervuiler woonomgeving

De fijnstofuitstoot van de 1 miljoen sfeerhaarden en -kachels in Nederland is 6 keer groter dan de fijnstofuitstoot van alle personenwagens door uitlaatgassen en bandenslijtage bij elkaar. Nederlandse kolen- gas en biomassacentrales zijn verantwoordelijk voor minder dan 1% van de fijnstofuitstoot terwijl de fijnstofuitstoot door houtstook waarschijnlijk hoger is dan 25%. Als we ook nog eens bedenken dat verkeerswegen en elektriciteitscentrales vanwege milieunormen ver van woningen worden gebouwd dan is het onbegrijpelijk dat we het stoken van hout in en rond de woning nog altijd toestaan.
Afhankelijk van het weer en het type houtstook is er in een straal van 700 tot 1200 meter rond de bron sprake van overlast. Wie de vlam steekt in een kachel of barbecue zou voor de aardigheid eens op een kaart moeten kijken hoeveel mensen in de omgeving hij (het zijn meestal mannen) daarmee belast. In stedelijk gebied kan dat oplopen tot 10.000 mensen die direct last hebben van de rook, geurhinder ervaren of de giftige en kankerverwekkende deeltjes inademen die je voor de gezelligheid uitstoot.
Verantwoord stoken is niet stoken
Voorstanders van hout stoken pleiten voor “verantwoord stoken”. Door droog hout te stoken beperkt de rookontwikkeling. Dichtbij de bron is hierdoor minder overlast. Verantwoord stoken werkt hetzelfde als een filter op een sigaret. Het helpt een beetje voor de roker zelf maar het blijft slecht. Dat de katalysator van een energiecentrale vele malen groter is dan de energieopwekking is broodnodig. Wie een serieuze katalysator op zijn kachel wil zetten zou minimaal een slaapkamer moeten verbouwen met een apparaat dat alle giftige stoffen uit het rookkanaal haalt. Alleen al de kosten voor het maandelijkse onderhoud van een dergelijke installatie halen het laatste restje plezier uit de sfeerhaard.
Veel mensen vinden zo’n houtvuurtje lekker ruiken. Het zal iets met een oer-gevoel te maken hebben. Van nature zouden we, net als alle dieren, door de lucht van vuur gealarmeerd moeten worden. Die giftige stoffen in vuur hebben namelijk wel degelijk een functie. Ze zorgen ervoor dat we bedwelmd raken en stikken voordat we door de vlammen overmeesterd worden. Het is mooi dat we onze angst voor vuur overwonnen hebben, nu is het zaak verstandig met onze kennis over fikkie stoken om te gaan.
Gezelligheid ten koste van anderen
Een kampvuurtje, een kachel, een barbecue, met wat goede wil is de romantiek van het staren in de vlammen, het oppoken van het vuur en het gaar roken van het eten best voor te stellen. De vraag is of dit overal maar moet kunnen. Wie in zijn stadstuintje de halve zomer zijn Green Egg benut voor het avondeten verplicht iedereen in de omgeving ramen en roosters te sluiten. Wie de pelletkachel ’s winters zo gezellig vindt is zich er waarschijnlijk niet van bewust dat de kortademigheid van het kind dat verderop in de straat woont daar rechtstreeks aan gerelateerd zou kunnen zijn.
We proberen de luchtkwaliteit in onze steden te verbeteren door vervuilende industrie te verplaatsen, door oude dieselauto’s te verbieden en door over te stappen op schonere energie. Met een verbod op het stoken van hout en houtskool kunnen we relatief eenvoudig de luchtvervuiling enorm terugdringen. Voor het verwarmen van onze woningen en het bereiden van ons voedsel is het stoken van hout niet nodig. Economisch kost het ons niets, het enige dat we inleveren is wat sommigen “gezellig” zullen noemen. Met de rapporten over luchtkwaliteit en de gevolgen voor de gezondheid in de hand is het de vraag of we die gezelligheid niet beter buiten de stad kunnen houden.
Bronnen:
PBL rapportage emissieramingen luchtverontreinigende stoffen
WHO ambient outdoor air pollution
Houtrookvrij: RIVM past emissiemodel aan
Longfonds: Aangescherpte WHO-advieswaarden moeten nieuwe maatstaf zijn voor luchtkwaliteit