Maak het niet mooier dan het is

Kort geleden vergeleek een collega mijn ontwerpen voor bestaande gebouwen met plastische chirurgie. Ik probeerde hem vriendelijk mee te geven dat ik daar anders tegen aan kijk. Wanneer ik met een bestaand gebouw aan de slag ga zijn de cosmetische ingrepen het laatste wat ik wil doen. Plastische ingrepen associeer ik met kunstmatige siliconen of het inbrengen van botox om de rimpels op de foto te verminderen. Ik neem aan dat je het werk van de betere plastische chirurg niet ziet maar bij de voorbeelden die ik ken is in een poging de patiënt jonger te laten lijken een deel van het leven verdwenen.
Voor mij vereist het herbestemmen van gebouwen een zwaardere ingreep dan een cosmetische. Tegelijkertijd hoef je daar in het uiterlijk minder van te zien. Als er al iets aan de buitenkant gewijzigd moet worden dan zijn het de amechtige pogingen om het gebouw in de loop der jaren aan te passen. Dat fenomeen kennen we van monumentale gebouwen. Het bakstenen Olympisch stadion van Jan Wils is in volle glorie hersteld door de betonnen bovenring er af te slopen. In Sanatorium Zonnestraal zijn alle stalen kozijnen teruggebracht om de trots van het Nieuwe Bouwen te laten zien. Door heel Nederland is de witkalk van kerkmuren geschraapt om de onderliggende schilderingen bloot te leggen. Vaak is het schokkend om te zien dat verbouwingen die als verbeteringen bedoeld waren beter weer gesloopt kunnen worden.

Wanneer het gebouw geen monument is wordt het moeilijker te beargumenteren waarom je het oorspronkelijke beeld wilt eren. Er is geen culturele rapportage die je daartoe dwingt. Voor je het weet staat een stoet deskundigen te beweren dat witte gebouwen beter verkopen, dat isolatie aan de buitenzijde het meest efficiënt is en dat alle houten onderdelen de exploitatiekosten opdrijven. Juist dan is het de kunst om het beeld van het oorspronkelijke gebouw overeind te houden. Dat is geen discussie over mooi of lelijk. De kunstmatige schoonheidsingrepen leggen het wat mij betreft altijd af tegen het authentieke karakter. Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding. Daarbij moet ik eerlijk bekennen dat ik apen meestal mooier vind dan gouden ringen.

In de bossen tussen Soest en Amersfoort werk ik met collega Dennis de Poorter aan de herbestemming van een zorgcomplex tot woningen. Het complex is eind jaren zeventig, begin jaren tachtig gebouwd met goedkope materialen. Vrij recentelijk is er aan de zorgclusters flink verbouwd. Daarmee is de oorspronkelijke architectonische kwaliteit nog verder verborgen. We moesten terug naar de basis. Wanneer je door het beroerde materiaalgebruik en de matige bouwkundige detaillering heen kijkt dan zie je knap geschakelde bakstenen gebouwen. Gelukkig ontstond ook bij de opdrachtgever een herwaardering voor de sobere baksteenbouw. We hebben in zeer korte tijd alle overbodige toevoegingen gesloopt. De asbesthoudende golfplaten daken zijn vervangen door keramische dakpannen. Het geschilderde vuren hout is vervangen door geolied lariks. Door het isoleren van het dak en het enkel glas vervangen door HR++ is een flinke duurzame slag gemaakt. Het resultaat is een project dat er eindelijk zo uit ziet als het bij oplevering bedoeld was.

“deze column is oorspronkelijk gepubliceerd op renovatieprofs.nl”