Waarom we geen woonoppervlakte hoeven bij te bouwen

Een miljoen woningen moesten we bouwen. Minister Hugo de Jonge schoot er zo van in paniek dat hij wild het ene na het andere plan lanceerde. Het deed me denken aan een langebaanschaatser die in een ultieme poging om sneller te finishen zijn armen los gooit en al krabbelend en harkend veel langzamer blijkt te gaan dan wanneer hij gewoon rustig door was blijven schaatsen. Het gehark is terug te zien in de productie van nieuwbouwwoningen. Mede door het gekrabbel van Hugo de Jonge worden er minder in plaats van meer woningen gebouwd. Het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen bleef in 2023 steken op minder dan 75.000 en dat aantal zakt dit jaar waarschijnlijk onder de 65.000. Dat we die miljoen woningen voor 2030 niet gaan halen is inmiddels wel zeker. De vraag is of dat erg is.

Volgens de ABF/Primos-prognoses zouden er tussen 2023 en 2030 in Nederland in totaal 981.000 nieuwbouwwoningen bij moeten komen. Over wat voor woningen hebben we het dan? Zijn dat 2000 Bijlmerflats? Is dat 3.000 km Vinex-straat? Of gaan we nog 10 keer een stad ter grootte van Almere bouwen? Geen van allen natuurlijk. De statistici van Primos wezen er al op dat de woningbehoefte het sterkst is in de Randstad en dat er vooral vraag is naar woonruimte voor alleenstaanden. Ik begon me daarom af te vragen over hoeveel vierkante meter woonruimte we het nu hebben.

Met de statistieken in de hand ben ik weer eens aan het rekenen geslagen. Als we die 981.000 woningen zouden bouwen op de wijze waarop we dat de afgelopen jaren deden dan zouden huizen gemiddeld netto 120 m2 groot zijn. In totaal zou er dan bijna 120 miljoen vierkante meter aan woonoppervlakte bijgebouwd worden.. Volgens het CBS groeit de bevolking tot 2030 met 861.000 mensen. Wanneer we zo door blijven bouwen dan voegen we dus per persoon (120 miljoen/ 861.000=) 135 m2 woonruimte toe. Dat is, durf ik uit sociaal oogpunt te stellen, veel teveel.

Zoals vaker aangehaald wonen we in Nederland nu al erg ruim. Ondanks dat we een dichtbevolkt land zijn hebben we gemiddeld per inwoner 53 m2 netto woonoppervlakte tot onze beschikking. In België, Duitsland en Engeland is het aantal m2 per persoon aanmerkelijk lager (tussen de 43 en de 47 m2). Als we met dit perspectief terugkijken naar de woningbouwopgave waar we voor staan dan moeten we die ernstig heroverwegen.

Stel dat we de woningbehoefte niet uitdrukken in aantallen woningen maar in m2 woningen dan leidt dat tot een veel kleinere som. In plaats van woningaantallen te omschrijven kunnen we ook uitrekenen hoeveel oppervlakte nodig is om de 861.000 mensen te huisvesten die er tot 2030 bijkomen. Wanneer we per extra inwoner evenveel woonruimte toevoegen als dat we nu gemiddeld in Nederland tot onze beschikking hebben; dan kunnen we volstaan met (861.000 x 53 =) 46 miljoen vierkante meter woonruimte. Bijna een derde van de woonopgave die we regulier zouden bouwen.

En dan zijn we er nog niet. Naast het nieuw bouwen van woningen zouden we ook kritisch moeten kijken naar de bestaande bouw. De opgave waar we voor staan is tenslotte niet “bouwen! bouwen! bouwen!” maar “verbouwen! verbouwen! verbouwen!” We hebben in de bestaande voorraad een grote duurzaamheidsslag te maken. Miljoenen woningen moeten nog van het gas af, beter geïsoleerd en in heel veel gevallen gewoon opgeknapt. Juist die op te knappen woningen zijn erg groot naar hedendaagse maatstaven. In plaats van woningoppervlakte toe te voegen zouden we de woonruimte eerlijker kunnen verdelen. Eind 2023 hadden we in Nederland 8,1 miljoen woningen met een oppervlakte van gemiddeld 120 m2. Er is dus op dit moment ruim 970 miljoen m2 woonoppervlakte beschikbaar. Laten we eens uitrekenen wat het oplevert als we die woonruimte de komende jaren beter gaan benutten. Volgens de CBS bevolkingsteller heeft Nederland in 2030 circa 18,5 miljoen inwoners. Als we niets bij zouden bouwen dan hebben we in 2030 gemiddeld per persoon 52 m2 woonruimte beschikbaar. Voor een gezin met 2 kinderen is dat ruim 200 m2. Voor een stel zonder kinderen is dat ruim 100 m2.

Het splitsen van woningen kan ongekend veel extra woningen opleveren. Als ik de statistieken van het CBS erop nasla dan zie ik dat de afgelopen jaren ongeveer een kwart van de woningen die aan de voorraad werd toegevoegd niet voortkwam uit nieuwbouw maar uit verbouw. Theoretisch hoeven we geen enkele woning toe te voegen om enkel door splitsen, vervangen en misschien zelfs woningdelen meer woningen te creëren binnen de bestaande woonoppervlakte. Ik zou niet zover willen gaan dat we geen nieuwbouwwoning meer hoeven te bouwen maar het laat zien dat we de amechtige zoektocht naar nieuwe woningbouwlocaties beter kunnen staken. Het denken in woonoppervlakte in plaats van woningaantallen is zowel door energiebesparing als minder materiaalgebruik veel duurzamer en betaalbaarder. Onze steden en dorpen worden er sterker van. Het wordt tijd dat we dat gehark om die miljoen woningen te halen achter ons laten en praktisch bekijken waar en hoe we mensen het beste voldoende woonoppervlakte kunnen bieden.