Friteszakkentheorie

Waarom voelt nieuwbouw toch vaak zo bedompt? Veel van onze isolatiesystemen zijn niet damp-open. Aan de binnenzijde zit een dampremmende laag, aan de buitenzijde een vochtkerende laag. Gevolg is dat we leven in een plastic zak. Dat is inderdaad niet gezond. We proberen dat tegen te gaan door te ventileren maar het blijft behelpen.
Om toe te lichten hoe wij leven gebruik ik de friteszakken-theorie. Uit m’n puberteit kan ik me fritesboer Tiny herinneren die heerlijke dikke zelfgesneden friten verkocht. Die kreeg je mee in een papieren zak. Zijn friteskraam werd later vervangen door een snacksalon. Het hele interieur is in vrolijke kleuren gestyled. De voorgebakken fabrieksfrites is dunner en minder smakelijk maar de doodslag voor de friten is het kleurige plastic snacksalontasje. Er zitten weliswaar een paar gaatjes in om de dampende snacks te laten luchten maar tegen de tijd dat je thuis bent zijn de friten slap.
Zie daar de moraal van dit verhaal. Wij staan met onze lichaamstemperatuur van 37 graden en een vochtgehalte van 80% niet zo heel ver van de dampende frites. Wij leven als een krokante snack in een plastic friteszak.
Technisch ligt er bij ieder project een uitdaging om een volledig dampopen constructie te maken. Ja, dat vereist extra rekenwerk want voor je het weet hoopt het vocht zich op in de minerale wol of het hout. Gemakshalve pakken we daarom de hele zaak maar in. Daarom moeten we niet alleen kijken hoe we ons dampende lichaam behaaglijk warm houden. We moeten nagaan hoe te voorkomen dat we eindigen als slappe friten.